Metabolisme vetzuren en koolhydraten

Inleiding

Voor het uitvoeren van onze dagelijkse bezigheden, zoals werken en sporten, hebben we energie nodig. De energiestofwisseling (metabolisme) van de mens zorgt ervoor dat gedurende de dag energie wordt vrijgemaakt uit verschillende substraten. Met name vetzuren (triglyceriden) en koolhydraten (glycogeen) zijn belangrijke brandstoffen. Welke van deze stoffen we gebruiken, en hoeveel, is afhankelijk van het soort activiteit, de intensiteit ervan en externe factoren zoals spanning en stress. Van nature kan een mens goed schakelen tussen de ene en de andere stof (metabole flexibility). Maar dat wil niet zeggen dat beide brandstoffen ons evenveel leveren; het is belangrijk dat we bij de dingen die we doen voornamelijk gebruikmaken van vetzuren en in mindere mate van koolhydraten. In dit stuk legen we uit waarom dat zo belangrijk is.

Vetzuren vs. koolhydraten

Voor het leveren van inspanning heeft ons lichaam de keuze tussen het gebruik van vetzuren en dat van koolhydraten. Hierbij hebben we te maken met een drietal fysiologische wetmatigheden:

  • Alles in het lichaam staat in het teken van overleven/levensbehoud;
  • Het lichaam kiest altijd de weg van de minste weerstand;
  • Wat we veel doen, daar wordt het lichaam goed in.

De mens hoort voor het grootste deel van de inspanningen gebruik te maken van vetzuren. Dat heeft vooral te maken met de beschikbare voorraad in het lichaam. Onze voorraad van vetzuren is nagenoeg onbeperkt (120 tot 160 uren), terwijl we van koolhydraten maar een kleine hoeveelheid hebben (30-45 minuten). Daar komt bij dat vetzuren meer dan 2,5 keer zoveel energie leveren als koolhydraten. Hiermee ga je dus simpelweg harder: hoe hoger het gebruik aan vetzuren, hoe hoger de prestatie.

Waar dienen koolhydraten dan voor? Koolhydraten zijn een voor de mens een gemakkelijk te gebruiken brandstof. Ze zijn eenvoudiger vrij te maken en te gebruiken dan vetzuren, omdat voor het proces minder zuurstof gebruikt wordt. Dit komt goed van pas in stresssituaties, waarin het lichaam snel brandstof nodig heeft. Denk bijvoorbeeld aan een situatie waarin je een wild dier ziet en moet vluchten. Op zo’n moment zorgt het lichaam voor het vrijmaken van onder meer de hormonen cortisol en adrenaline, direct gevolgd door het vrijmaken van koolhydraten. Zo kun je snel en adequaat reageren.

Hetzelfde soort verbruik is te zien bij mensen met een burn-out en de stress die daarmee gepaard gaat. Onderstaande grafiek toont de verbranding van koolhydraten en vetzuren van iemand met een burn-out.

Grafiek 1: De energiestofwisseling tijdens inspanningsonderzoek

Wat we hier zien is een zeer hoog gebruik van koolhydraten (%CHO, blauwe lijn) en het nagenoeg achterwege blijven van het gebruik van vetzuren (%Vet, rode lijn).

Een dergelijk langdurig gebruik van koolhydraten is niet wenselijk, gezien de eerdergenoemde beperkte voorraad. Is de voorraad op, dan ontstaat er een behoefte aan nieuwe koolhydraten in de vorm van voedsel om het tekort weer aan te vullen. Dit aanvullen is nodig, maar brengt een risico met zich mee. De inname van koolhydraten ten opzichte van de hoeveelheid die opgeslagen kan worden, is namelijk vaak te hoog; het teveel aan koolhydraten wordt dan opgeslagen in de vorm van vetten. Dat is ook een van de redenen waarom inactiviteit voor de mens funest is: omdat het lichaam de weg van de minste weerstand kiest, zal het geneigd zijn in steeds grotere mate gebruik te maken van de gemakkelijk vrij te maken koolhydraten.

Ook in trainingen zien we een verschil in gebruik van koolhydraten en vetzuren. Hoe hoger de intensiteit van de inspanning, hoe hoger het gebruik van koolhydraten. Vetzuren en koolhydraten gebruiken we tot aan het Respiratoir Compensatiepunt (RCP, de overgang van de aerobe naar anaerobe energie-stofwisseling). Na dat punt gaan we langzaam over van koolhydraten naar fosfaten en eiwitten. Bij duurinspanningen – inspanningen van langer dan 10 minuten, waarbij de intensiteit niet boven de RCP uitkomt – gebruiken we vetzuren en koolhydraten.

Zoals eerder uitgelegd, kunnen we hogere prestaties (duurinspanningen) leveren bij het gebruik van vetzuren. We willen dan ook optimaal gebruikmaken van deze stof en door op de juiste manier te bewegen, kunnen we onze stofwisseling hierin stimuleren. Tegelijkertijd neemt dan ook de behoefte aan het eten van koolhydraat-rijk voedsel af, waarmee een gezondere balans ontstaat in de inname van koolhydraten, vetten en eiwitten. Trainen we te intensief (op of voorbij het RCP), dan zoekt ons lichaam weer de weg van de minste weerstand en leren we het om vooral gebruik te maken van koolhydraten. Het is dus belangrijk om zorg te besteden aan de manier waarop we trainen.

Trainen van de energiestofwisseling

Wanneer je weet wat het lichaam doet op het gebied van de energiestofwisseling, is het mogelijk hierop invloed uit te oefenen. Hoe nauwkeuriger het beeld van wat er in het hele spectrum van inspanning gebeurt, hoe effectiever de training ingezet kan worden om de energiestofwisseling te stimuleren. Omdat bij het gebruik van zowel vetzuren als koolhydraten gebruikgemaakt wordt van zuurstof en CO2 uitgescheiden wordt, is het gebruik goed te meten. Dit wordt gedaan in een inspanningsonderzoek met behulp van de ademgasanalyse.

Afbeelding met binnen, persoon, computer  Automatisch gegenereerde beschrijving

Inspanningsonderzoek, ademgasanalyse

Bij ieder mens is er een moment in de energiestofwisseling waarbij het gebruik van vetzuren zich meer prominent voordoet dan de momenten ervoor en erna. In de eerder geplaatste grafiek (ook nogmaals hieronder) is dit heel duidelijk te zien aan de hand van de piek in de rode lijn. De blauwe lijn blijft bijna continu op 100% staan, terwijl de rode lijn precies het tegenovergestelde doet. Dat evenwicht tussen beide brandstoffen is overigens normaal.

Grafiek 1: De energiestofwisseling tijdens inspanningsonderzoek

Dat genoemde moment heeft een naam: de Ventilatoire Anaerobic Treshold (VAT). De inspanning behorend bij deze piek hangt samen met een bepaalde hartslagfrequentie: de VAT-hartslag. Ook die wordt tijdens een inspanningsonderzoek gemeten. Van deze hartslagfrequentie kan vervolgens gebruik worden gemaakt in trainingen.

Enerzijds kunnen we het lichaam stimuleren bij inspanning optimaal gebruik te maken van vetzuren. Dat doen we door te bewegen op de VAT-hartslag. De persoon van de hiervoor getoonde grafiek kreeg het advies gedurende 5 tot 6 maanden te bewegen op de VAT-hartslag (88 per minuut). Na deze periode was het gebruik van vetzuren bij lage inspanning sterk toegenomen (zie hieronder).

Grafiek 2: De energiestofwisseling tijdens inspanningsonderzoek, toename vetzuur stofwisseling door specifieke training

Anderzijds kunnen we het lichaam stimuleren ook bij hogere inspanning vetzuren te gebruiken. Dat doen we door middel van intervaltraining. Hiermee vergroten we het vermogen van het lichaam op alle inspanningsniveaus; ook op het eerdergenoemde inspanningsniveau van de VAT. Wanneer het vermogen verbetert, verschuift ook de piek in het gebruik van vetzuren (VAT) richting de maximale inspanning. Ook dat zien we in de tweede grafiek gebeuren: van 59 naar 98 watt in een kleine 6 maanden tijd – een verbetering van 66 procent!

Het loont om bij het trainen gebruik te maken van trainingsmethodieken. In een trainingsmethodiek wordt beschreven wat de effecten zijn van deze manier van trainen; dit geeft de mogelijkheid een methodiek te kiezen die aansluit op het beoogde doel, op basis van de resultaten van een inspanningsonderzoek.

GM van Dijk (afdeling praktische inspaningsfysiologie Centrum voor Bewegen)

Bewegen is het medicijn dat alle artsen moeten voorschrijven

Onze levensverwachting is de afgelopen 100 jaar flink gestegen, maar toch lijden veel mensen aan chronische ziekten. Er is geen enkel medicijn zo krachtig en toepasbaar bij zo veel mensen als bewegen. Het wordt tijd dat alle huisartsen het voor gaan schrijven. Door: Marco Barten (Kenniscentrum Sport en Bewegen).

Wat is bepalend voor gezondheid en voor een lang leven? Wie in het jaar 1900 werd geboren was gemiddeld 50 of 60 jaar later dood. De levensverwachting was veel lager dan nu door slechte leef- en werkomstandigheden en slechte hygiëne. In 2030 zal de levensverwachting van mannen gestegen naar gemiddeld 82 jaar, die van vrouwen naar 85. Mede door de vergrijzing en een ongezonde leefstijl telt Nederland dan wel circa 7 miljoen mensen met een chronische ziekte. Dat is ongeveer 40 procent van de bevolking. De verschillen in levensverwachting zijn daarbij groot. Wie gezond leeft, heeft een langer leven. Een ongezonde leefstijl ligt ten grondslag aan de ontwikkeling van veel chronische ziekten.

Bewegen is een krachtig medicijn zonder bijwerkingen. En daarom moeten alle artsen het voorschrijven aan hun patiënten.

Met een vergrijzende bevolking, een hogere levensverwachting en meer mensen met een chronische ziekte stijgen de zorgkosten al jaren. Met de paradigmashift ‘van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag’ wil het ministerie van VWS, samen met de zorgsector, grip krijgen op de ontwikkeling van de zorgkosten en preventie stimuleren. Maar wie gaat er investeren in gezondheid, wie levert de inspanning en wie heeft er baat bij of haalt er winst uit? Dat zijn verschillende partijen, met eigen belangen en een eigen visie op de aanpak van gezondheidsproblemen. Met als gevolg dat onder andere huisartsen, die voor de burger op het gebied van gezondheid de deskundige en het aanspreekpunt zijn, bewegen niet aan de orde stellen tijdens het spreekuur.

Onderzoek bewijst keer op keer dat een actief leven volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (minimaal 5 x per week ten minste 30 minuten matig intensief) de gezondheid in sterke mate positief beïnvloedt. Mensen met bijvoorbeeld diabetes type 2, hoge bloeddruk of depressieve klachten hebben er baat bij. Voldoende lichaamsbeweging zorgt ervoor dat ze minder of soms zelfs geen medicatie meer nodig hebben. Maar ook bij bijvoorbeeld borstkanker reduceert het de kans dat de kanker terugkeert met 50 procent en daarmee is de overlevingskans twee keer zo groot.

Sport en bewegen leidt tot gezondheidsverbetering bij de top 10 van chronische aandoeningen, zoals diabetes, obesitas, hart- en vaatziekten, maar ook bij kanker en longaandoeningen.

Met motiverende gespreksvoering de patiënt aanspreken

‘Maar we hebben toch geen tijd om het tijdens een consult met de patiënt te hebben over bewegen’, is een veelgehoorde reactie van huisartsen. Het consult is kort, de werkdruk hoog en de focus ligt op medisch handelen. Toch zou het geen probleem moeten zijn om tijdens een consult twee minuten de tijd te nemen om een patiënt naar zijn of haar beweeggedrag te vragen. Heb je als huisarts vijf minuten de tijd, dan kun je een advies meegeven. En als er tijdens het contact nog meer aanleiding of gelegenheid is, dan kun je met motiverende gespreksvoering de motivatie van de patiënt aanspreken. Met deze benadering kun je mensen helpen te onderkennen dat ze te weinig bewegen om hen daarna aan te zetten tot verandering.

Ook geven artsen aan dat ze niet zijn opgeleid om een beweegadvies te geven. Dat maakt het misschien lastig om het onderwerp aan te snijden. Aan de andere kant is de kennis nooit ver weg. Een fysiotherapeut zit om de hoek en een sportarts zit vaak in het netwerk van de huisarts. Daarnaast ontwikkelt het Nederlands Huisartsen Genootschap op dit moment een Leefstijlmodule Bewegen die straks voor alle huisartsen beschikbaar is, zodat ze hun gesprek en advies hierop kunnen baseren.

Huisartsen stellen wel het rookgedrag ter discussie

Ongeveer een op de tien sterfgevallen is veroorzaakt door een gebrek aan beweging. Dat zijn wereldwijd jaarlijks ongeveer 5,3 miljoen doden, bijna net zoveel als het aantal als gevolg van roken. Tot die conclusie kwam in 2012 een team van 33 onderzoekers van allerlei onderzoekscentra over de hele wereld. In het tijdschrift The Lancet waarschuwen zij dat mensen zich bewust moeten worden van de gevaren van inactiviteit. In de jaren ‘60 was het voor huisartsen ook nieuw en lastig om het rookgedrag ter discussie te stellen. Inmiddels gaat geen huisarts dit onderwerp meer uit de weg.

Er is voor de maatschappij veel winst te behalen. Wellicht kunnen nieuwe samenwerkingsmodellen, zoals het ‘shared savings’ model, er aan bijdragen dat gezondheid voortaan vooropstaat in de zorg. Bij shared savings spreken één of meer zorgaanbieders met één of meer zorgverzekeraars af dat een deel van de besparingen ten opzichte van een benchmark terug vloeit naar degenen die in de gezondheid investeerden.

Bewegen is een krachtig medicijn zonder bijwerkingen. En daarom moeten alle artsen het voorschrijven aan hun patiënten. Het is het dubbel en dwars waard.

Marco Barten is expert op het gebied van preventie door de verbinding tussen zorg en sport & bewegen bij het Nederlands Instituut voor Sport & Bewegen

Over welke pandemie hebben we het eigenlijk?

Een beweegnorm opleggen is een lastige…

Neurowetenschapper Erik Scherder:
‘We laten ons braaf anderhalve meter afstand voorschrijven, maar een beweegnorm opleggen is een lastige’.

Lang voor corona was er al een pandemie, die van de ‘lichamelijke inactiviteit’. Die kost jaarlijks aan 5,3 miljoen mensen wereldwijd het leven, stelt neurowetenschapper Erik Scherder. Hij is donderdagmiddag een van de sprekers bij de talkshow Blijf in beweging.

Het schort er nogal eens aan, dat ouderen het belang inzien van bewegen, stelt ‘hersenprofessor’ Erik Scherder in een telefonisch interview. Daarover gaat de talkshow Blijf in beweging, georganiseerd door ouderenplatform Up!, die vandaag vanuit café Z in Leeuwarden wordt uitgezonden.

,,Al in 2012 is uit studies gebleken dat er per jaar wereldwijd 5,3 miljoen mensen overlijden aan ziekten die gerelateerd zijn aan lichamelijke inactiviteit: diabetes type 2, obesitas en hart- en vaatziekten. In 2016 was deze pandemie niet gestopt en in 2019 werd het beeld weer bevestigd. Het gaat om dezelfde groep mensen die nu het meest kwetsbaar zijn voor de complicaties van Covid-19. Wie te weinig beweegt, is dus extra kwetsbaar voor infecties.

Het is te gek voor woorden dat we daar niks over horen. Sterker nog, we gaan gewoon door met onze inactieve levensstijl. Door corona moeten we nog meer thuis blijven. We laten ons braaf anderhalve meter afstand voorschrijven, maar een beweegnorm opleggen is een lastige.’’

We worden in de media de laatste jaren toch juist overspoeld met verhalen over gezonde levensstijl, het belang van bewegen en goede voeding?

,,Je leest misschien dat obesitas toeneemt en ‘let een beetje op uw voeding’. Maar weet u dat er wereldwijd 41 miljoen kinderen van nul tot vijf jaar zijn met obesitas? Kinderen van nul tot vijf! En de voorspelling is dat dit gaat oplopen. Het probleem is dat sport en beweging geen vaste onderdelen meer zijn van de dag, zoals vroeger wel. Kinderen worden vaak met de auto naar school gebracht en als ze ’s middags thuiskomen, gaan ze gamen. Te weinig beweging schaadt je afweersysteem, terwijl virussen ons juist bedreigen.’’

Bewegen is dé oplossing voor corona?

,,Uit internationale studies blijkt dat inspanning beschermt tegen de complicaties van corona. Dus is bewegen inderdaad hét antwoord op het virus, om te voorkomen dat mensen al die ziektes krijgen, natuurlijk in combinatie met voldoende slaap en gezonde voeding. Dat hoort allemaal bij een actieve leefstijl.

Ik zit in het Landelijk Operationeel Team Corona en al vóór de coronacrisis uitbrak hebben we een presentatie gegeven bij de Tweede Kamercommissie onderwijs om te pleiten voor meer beweging op scholen; minstens twee uur per week gym, en kinderen dagelijks uit die bankjes halen en ze laten bewegen. Maar minister Arie Slob van Onderwijs wil er niet aan. Het is de eigen verantwoordelijkheid van scholen, zegt hij. Toen kwam de coronacrisis en verschenen er studies over de positieve effecten van inspanning. Dus ik heb het gevoel dat iedereen nu wel inziet dat er iets grandioos mis is in onze samenleving.’’

Wat moet er veranderen?

,,We moeten ervoor zorgen dat dagelijks bewegen weer normaal wordt. Vooral door mensen uit te nodigen tot ander gedrag. Ik ben niet zo van de dwang, maar met roken hebben we uiteindelijk ook afgedwongen dat mensen gingen minderen door het te verbieden in gebouwen. Neem liften; receptionisten zeggen standaard ‘daar zijn de liften’, en niet ‘daar is de trap’. Sluit liften af, dan moet je wel met de trap. Schaf de belasting af die er nu nog op fietsen voor werkverkeer zit. Elektrische fietsen vind ik niet dé oplossing, alleen voor mensen die anders helemaal niet bewegen. Maar studies laten zien dat de inspanning op een e-bike minder is dan op een gewone fiets.

Richt scholen anders in, neem vakleerkrachten aan en geef beweging een veel prominentere plek in het curriculum. Daar ga je ook beter van rekenen. En we willen vooral ook de groep mensen bereiken met een lagere sociaal-economische status, die vaak ongezond eten en vaak geen geld hebben voor de sportschool. Coach die mensen, steun ze en maak bewegen voor hen aantrekkelijk. We geven in Nederland jaarlijks 80 miljard euro uit aan zorgkosten, en slechts 2 miljard aan preventie. Terwijl er een overduidelijke relatie is tussen inactiviteit en hart- en vaatziekten en diabetes type 2. Wij doen daarom een oproep voor leefstijlgeneeskunde.’’

U houdt vanmiddag ook een pleidooi voor het uitproberen van nieuwe dingen, al ben je tachtig.
,Ja, je brein gaat veel beter werken als je jezelf uitdaagt. Het doet er eigenlijk niet toe wat, als je er maar moeite voor doet. En dat kan cognitief zijn of fysiek. Dan gaat je stofwisseling omhoog en dat is goed voor je bloedsomloop. Mijn oproep aan ouderen is dus: blijf jezelf uitdagen. Als mensen met pensioen gaan, roepen ze vaak: ik ga alleen nog maar leuke dingen doen. Dan denk ik altijd: mmm.’’

Wat doet u zelf als 68-jarige om in beweging te blijven?
,,Ik fiets elke dag naar mijn werk bij de Vrije Universiteit. Nu ik thuis werk, maak ik een fietstocht met mijn echtgenote. Verder heb ik een circuitje op zolder waar ik regelmatig krachtoefeningen doe. Ik vind dat heerlijk om te doen, dus dat is geen opgave. Mijn moeite zit in vioolles waar ik een paar jaar geleden mee ben begonnen. Ik had er een te leen gekregen van Jaap van Zweden. Op de dag dat hij hem terug wilde hebben, heb ik er een gehuurd. Daar doe ik elke dag drie kwartier vingeroefeningen op. Heel leuk om te doen, maar een enorme inspanning.’’

Bron:
https://www.lc.nl/friesland/leeuwarden/Neurowetenschapper-Erik-Scherder-We-laten-ons-braaf-anderhalve-meter-afstand-voorschrijven-maar-een-beweegnorm-opleggen-is-een-lastige-25748756.html?harvest_referrer=http%3A%2F%2Fm.facebook.com%2F

Blogs van het Leefstijl Expertise Centrum

Korte uiteenzetting van de voorwaarden voor het openstellen van de deuren van Centrum voor Bewegen in het Leefstijl Expertise Centrum:

Vanaf woensdag 1 juli mogen de deuren van Centrum voor Bewegen weer open, maar er worden aan het openstellen daarvan wel voorwaarden verbonden. Deze voorwaarden geven we hieronder puntsgewijs weer:

De belangrijkste regels waar we ons aan moeten houden:

1. Triage: we moeten u bij binnenkomst een aantal vragen over uw gezondheid stellen, dit doen wij mbv een vragenlijst. Bij binnenkomst ziet u op een statafel een vragenlijst liggen, waarvan u de vragen door dient te nemen en bij akkoord uw naam te noteren. Heeft u verkoudheidsklachten (hoesten etc.), koorts of bent u benauwd dan vragen wij u thuis te blijven tot de klachten verdwenen zijn.

2.  Handdoek is in de fitness- en groepleszaal verplicht.

3.  Sporters moeten onderling (ook tot de medewerkers) 1,5 mtr afstand houden.

De branchevereniging adviseerd nog enkele aanvullende voorzorgsmaatregelen:

  1. Bij binnenkomst kunt u direct uw handen ontsmetten.
  2. Er is een routing uitgezet die maakt dat de anderhalve meter afstandsregel eenvoudiger nagekomen kan worden.
  3. We gebruiken alleen de vooringang, de achteringang is alleen beschikbaar voor mensen die erg slecht ter been zijn en/of met de auto moeten komen.
  4. Het aantal reserveringen voor fitness is, voor de eerste halve week, 5 personen  per half uur,  dus 10 personen per uur. Wanneer u om b.v. 10.30 uur reserveer komt u om 10.30 uur binnen, u kunt gewoon een uurtje (afhankelijk van uw programma iets langer) sporten.
  5. Het aantal reserveringen voor een sportlessen / groepsles is vooralsnog 8 personen per les.
  6. Toiletten, douches en kleedruimten mogen gewoon gebruikt worden.

U dient uw bezoek vooraf te reserveren in het daarvoor beschikbare reserveringssysteem op onze nieuwe site (www.lecv.nl, tabblad ‘Mijn Lec’, ‘Reserveren’). Nb Anderen kunnen uw naam niet zien als u een reservering gemaakt heeft. Wij vragen u dringend precies op de gereserveerde tijd te komen.Kunt u onverwachts niet op uw gereserveerde tijd, dan graag dit zsm telefonisch aan ons doorgeven: 0318-645090. Wij halen uw reservering er dan uit, daarmee kan iemand anders uw plaats overnemen.

Zodra we zien dat een en ander goed verloopt zullen we meer mensen per half uur toelaten. Het heeft uiteraard allemaal te maken met de ‘anderhalve meter’ regelgeving die maakt dat besmettingen geen kans krijgen. We doen hierbij een beroep op de (eigen) verantwoordelijkheid van onze sporters.

Zowel in de fitnessruimte als de sportzaal/groepsleszaal is een luchtafvoer systeem geïnstalleerd die een drievoudige capaciteit heeft van hetgeen voorgeschreven is.Hiermee nemen wij het zekere voor het onzekere, voor uw en onze veiligheid.

Wij zijn er zeker van dat het sporten bij ons op een veilige manier plaats kan vinden en hopen iedereen vanaf aanstaande woensdag (1 juli) weer te mogen begroeten.

Wanneer u ideeën, vragen/opmerkingen, etc heeft dan horen we dit graag.U kunt het persoonlijk aan een van de medewerkers doorgeven of ons mailen:  (info@centrumvoorbewegen.nl en info@lecv.nl).

Eindelijk weer open!!!

Oh, en we hebben een nieuwe site die we vanaf 1 juli online gaan zetten.

Enkele weken geleden kregen we het verlossende bericht van Mark Rutte. In tegenstelling tot het eerdere bericht dat de deuren van sport- en fitnesscentra pas vanaf 1 september weer open mogen, hebben we vanuit de branchevereniging voor elkaar gekregen dat we vanaf 1 juli weer open mogen. Mits de situatie omtrent Corona niet verslechtert uiteraard.

Woensdag 1 juli is het dus zover. Leefstijl expertisecentrum Veenendaal is er inmiddels helemaal klaar voor. Er staan overal ontsmettingsmiddelen, we hebben een routing aangebracht, in de groepslesruimte hebben we aangegeven waar iedereen mag staan of liggen, er is zowel in de fitness- als in de groepslesruimte een luchtinstallatie aangebracht en we hebben overal aanduidingen met het protocol neergezet.

Kortom, wat ons betreft kunnen we beginnen.



© 2023 Leefstijl Expertise Centrum